Wetenschap en slaap

Gepubliceerd op : 01.12.2022

Slaapcycli begrijpen

De slaapcycli bepalen onze nacht. Ze zijn opgedeeld in verschillende fasen, elk met hun eigen kenmerken en belang. Waar dienen deze fasen voor? Hoe werken ze? Hier leest u hoe u de structuur van uw slaap kunt begrijpen om beter te slapen.

Slaap: waar dient het voor?

De hele dag wordt onze hersenen gestimuleerd en is het actief: de intensiteit van onze hersenactiviteit varieert afhankelijk van het moment van de dag en onze toestand. Het is wanneer we wakker zijn, dat de hersenen het meest actief zijn. Al deze stimuli vragen veel van onze hersenen en vergen energie. Zo kunnen de hersenen niet constant in deze toestand blijven: hier speelt slaap zijn essentiële rol. Slapen stelt de hersenen in staat om uit te rusten.

De slaapstadia

Slaap is een bewustzijnstoestand waarin ons lichaam, en meer specifiek onze hersenen, zich bevinden. Slaap wordt gedefinieerd door een vermindering van de spierspanning maar ook een daling van de waakzaamheid. Onze slaap bestaat uit verschillende opeenvolgende cycli, die meerdere keren per nacht terugkeren. Een cyclus duurt gemiddeld 90 minuten, met verschillende slaapstadia.

Stadium 1: Het in slaap vallen

Het eerste stadium van de slaap is het in slaap vallen. Het gaat om de overgang tussen waken en slapen. Dit stadium 1 is een korte en fragiele fase: de minste stimulatie kan ons uit deze toestand van inslapen halen en ons wakker maken. Zo zijn er talrijke overgangen mogelijk tussen de toestand van waken en in slaap vallen.

Stadium 2: De lichte en trage slaap

Het tweede stadium van de slaap is de lichte en trage slaap. Het komt overeen met het ingaan van de slaap. Deze toestand duurt een twintigtal minuten van lichte slaap om over te gaan in een diepere slaap.

Stadium 3: Langzame en diepe slaap

Dit is een belangrijke fase van de slaap: het is het stadium van "herstel". Tijdens deze fase van diepe slaap vindt er een echte vertraging van de hersenactiviteit plaats. Tijdens deze slaapfase slapen we diep en zijn we moeilijk wakker te maken. Deze slaap duurt ongeveer een uur, voordat we overgaan naar de remslaap.

Stadium 4: Remslaap

Remslaap is het moment waarop de hersenactiviteit het meest intens is en gepaard gaat met veel oogbewegingen. Ook wel "Rapid eye movements" of REM genoemd, is dit echter het stadium waarin het lichaam inert is. De term "remslaap" krijgt dan zijn volle betekenis: het lichaam is als het ware verlamd, maar de hersenactiviteit is maximaal. Tijdens deze fase dromen we: daarom verlammen de spieren van ons lichaam om onze dromen niet in werkelijkheid te beleven. We zien een storing in dit mechanisme bij bijvoorbeeld slaapwandelaars. Deze remslaapfase duurt ongeveer 15 tot 20 minuten. Voor een goede nachtrust is het noodzakelijk dat deze verschillende fasen regelmatig en opeenvolgend plaatsvinden. In het andere geval zien we slaapstoornissen.

Onze tips om goed te slapen

Nu u begrijpt hoe uw slaap werkt, zijn hier enkele tips om een goede nachtrust te vinden en te genieten van een kwalitatieve en verkwikkende nacht.

Respecteer uw slaapritme

Probeer hiervoor elke dag, of bijna elke dag, op hetzelfde tijdstip naar bed te gaan en op te staan. Door uw ritme van korte of lange slaper, vroege of late slaper te respecteren, zult u beter slapen.

Creëer een ritueel voor uzelf

Door 's avonds voor het slapengaan en 's ochtends bij het opstaan bepaalde gewoontes aan te nemen, stelt u uw hersenen in op de nacht en de dag. Bijvoorbeeld, een douche nemen voor het slapengaan, lezen of een paar woorden schrijven in een notitieboekje om uw dag samen te vatten, zijn goede manieren om uzelf in de juiste omstandigheden te brengen om in slaap te vallen.

Eet licht

Door een gezonde en lichte maaltijd te nuttigen voor het avondeten, zorgt u voor uw gezondheid en dus voor uw slaap. De spijsvertering is namelijk minder gecompliceerd, waardoor u rustiger slaapt. Bovendien moeten opwekkende dranken, zoals koffie of thee, en alcoholische dranken vermeden worden voor het slapengaan om ongewenst nachtelijk ontwaken of slapeloosheid te beperken.